Mindfulness van je sterfelijkheid maakt je gelukkiger, dankbaarder en zorgt ervoor dat je in contact komt met de mystiek van het dagelijks leven.
Jij zult sterven. Niets aan te doen. We moeten er allemaal aan geloven. Ik ook, je buurman, de koning van ons land. We zijn geboren om eens weer dood te gaan. Deze wrede waarheid wordt op het diepste niveau van je wezen begrepen. Ze ligt verankerd in je biologie. Het overlevingsinstinct is bij levende wezens oppermachtig. Je bent verwikkeld in een gevecht dat je uiteindelijk moet verliezen. (Misschien hebben we daarom zoveel sympathie voor de underdog?)
Alles dat je doet wordt gemotiveerd door je sterfelijkheid. Immers, als je onsterfelijk zou zijn zou je met een gerust hart 1000 jaar in je bed kunnen blijven liggen. Maar jij kunt dat niet. Je doet van alles omdat je in leven moet blijven en omdat je ooit het leven weer zult moeten verlaten. Dit universele principe geldt voor alle levende wezens – zelfs voor luiaards. De natuurlijke wereld staat nooit stil en wij mensen al helemaal niet.
Misschien is het nog wel wreder dat wij mensen weten dat we sterfelijk zijn. Je ratio stelt je in staat om te bedenken dat de dood van oma Truus ook jou een keer moet overkomen. Als het leven al een mysterie is, dan is de dood dat nog veel meer. Maar het leven is uiteindelijk in woorden, in gedachten, in modellen te vangen. En zo hebben we ook de dood een gezicht gegeven: Magere Hein met zijn scherpe zeis. De doodsengel. De symboliek van de piratenvlag.
Het besef van je eigen sterfelijkheid leidt tot doodsangst, “terror” in het Engels. Daarom denken we er maar liever niet over na. Het wegduwen van deze expliciete doodsangst betekent echter niet dat je niet beïnvloed wordt door je sterfelijkheid. Volgens de Terror Management Theory, die is gebaseerd op het werk van de antropoloog Ernest Becker, houden we onze impliciete doodsangst verder op afstand door het scheppen van en deelnemen aan cultuur. Deze sociaal-psychologische theorie stelt het zelfs zo scherp dat onze doodsangst de reden is voor het ontstaan van cultuur.
Cultuur wordt begrepen als een systeem van gedragingen, verklaringen en waarden dat de mens voorziet van de illusie dat hij meer is dan zijn fysieke bestaan als bewust dier dat gedoemd is om te sterven. Dat hij een waardevol individu is in de ogen van de wereld die hij bevolkt. Cultuur geeft je bestaan een doel en maakt je onderdeel van een groter geheel dat zal voortbestaan tot lang na jouw dood. Daarvoor moeten de antwoorden die het culturele systeem levert acceptabel zijn en moet je het idee hebben dat je wordt geaccepteerd als lid van de cultuur.
Er gebeurt iets paradoxaals wanneer een cultuur zichzelf zodanig definieert dat het andere – concurrerende – culturen uitsluit. Een mens die zich uit impliciete doodsangst aansluit bij (of wordt gesocialiseerd binnen) een cultuur kan zich zo met de exclusiviteit van een cultuur gaan identificeren dat hij bereid wordt te sterven om deze cultuur te verdedigen. Het paradoxale is gelegen in de bereidheid om te sterven voor iets dat je doodsangst wegneemt. De processen die hiertoe leiden veroorzaken een soort kortsluiting in het besluitvormingsproces van deze persoon. Hij heeft zich – met een mooi woord – laten hersenspoelen. Er is over dit onderwerp veel geschreven – zeker in de nasleep van de twee wereldoorlogen.
De open vraag is: kunnen we zonder? Ik vermoed dat een heel stuk van de vaccinatie tegen grotere en minder grote vormen van hersenspoelen is gelegen in het bewust omgaan met die expliciete doodsangst waar we normaal gesproken zo snel mogelijk vanaf willen. Met mindfulness kun je veel van deze expliciete angst boven water halen en toelaten. Dat betekent niet dat het accepteren van je eigen sterfelijkheid er gemakkelijker op wordt. Dat is niet zo. Maar je weet wel steeds beter wat het is dat je voortdrijft, wat het is dat je doet zoeken naar geborgenheid in de armen van een cultuur waarvan het nog maar de vraag is of ze het beste met je voorheeft.
Makkelijker gezegd dan gedaan, nietwaar, bewust omgaan met je eigen doodsangst? Ik hoor je al denken: “doe het lekker zelf!” En, zelfs al zou ik het willen, waar begin ik in godsnaam? Hieronder volgen een drietal oefeningen.
De Stoicijnen raadden aan dat je regelmatig stilstaat bij je eigen sterfelijkheid, en bij de vergankelijkheid van de belangrijke mensen en dingen in je leven. Deze “negatieve visualisatie” zorgt ervoor dat je deze personen en objecten die ertoe doen in je leven meer waardeert, dat je gelukkiger en dankbaarder in het leven staat en dat je een nieuwe blik werpt op je prioriteiten en levensdoelen. Meer informatie over deze oefening kun je bijvoorbeeld hier vinden.
De Theravada traditie heeft zelfs een tweetal relevante oefeningen. De eerste is om je met enige regelmaat voor te stellen dat de huidige ademtocht je laatste zou kunnen zijn; dat de dood naast je loopt. Vervolgens reflecteer je op de vele dingen die je in leven houden. Voedsel, je ademhaling, je hart, je hersenen, je bloedvaten, voldoende slaap, afwezigheid van oorlog en andere traumatische gebeurtenissen, liefdevolle familiebanden en vriendschappen. Etc.
In de tweede oefening stel je je voor dat:
- Je op het punt staat om te sterven. Je lijf is zwak; iedere ademtocht kan je laatste zijn. Ervaar wat je voelt terwijl het moment van je sterven nadert, als een sluipmoordenaar. Steeds dichterbij.
- Je zojuist gestorven bent. Je lichaam doet niets meer.
- Je lichaam zich in verscheidene staten van ontbinding bevindt:
- blauw en opgezwollen,
- aangevreten door dieren en insecten,
- een skelet met vlees en bloedresten, verbonden door pezen,
- een bebloed skelet, verbonden door pezen,
- een kaal skelet, samengehouden door pezen,
- losse beenderen die her en der verspreid zijn,
- losse beenderen die wit geworden zijn,
- beenderen die al langer dan een jaar los liggen, op een hoopje,
- verrotte beenderen die tot stof zijn wedergekeerd.
Gezelligheid. Natuurlijk heeft de contemplatie van deze dingen een zekere gruwelfactor. Het is 1 ding om je te beseffen dat je ooit zult sterven, het is nog heel iets anders om het je in zulk scherp detail voor te stellen. Deze oefeningen hebben echter een vreemd effect. Ze dwingen je haast om extra te genieten van wat er dan ook nu in je leven is – juist OMDAT je nu nog leeft. Het geeft je leven een extra stukje urgentie.
Daarnaast hebben deze oefeningen tot gevolg dat je een grotere appreciatie kunt opbrengen voor de rijkheid en mysterieusheid van het leven. Het klopt dat we veel van het leven kunnen verklaren door het gebruik van woorden, concepten en modellen. Het risico daarvan is echter dat we op den duur niet meer de werkelijke diepte van het leven beleven maar vooral de platheid van onze verklaringen. We zien niet meer de vogel zelf, maar het concept “vogel”. We verwarren de werkelijkheid met de symboliek die we gebruiken om de werkelijkheid te beschrijven. Het contra-intuïtieve effect van het observeren van deze oefeningen is dan ook dat je door contemplatie van de dood een haast mystieke verdieping van het leven kunt ervaren die ver voorbij gaat aan je gewoonlijke verslaving aan symbolen.
Bij de kracht van zo’n ervaring valt al je handelen, al je zoeken naar veiligheid even stil. Op dat moment BEN je alleen maar, volledig opgaand in de ervaring van het mysterie van het leven.
Dus, ben je bang voor de dood en heb je het leven lief? Beleef dan die angst ten volle opdat je het leven ook ten volle kunt ervaren. Anders loop je het risico maar heel af en toe ECHT aanwezig te zijn voor de diepe mystiek die het leven je ieder moment van de dag gratis aanbiedt.