“Verveel je je al?”
Adem in. Zitten. Adem uit. Gedachte. Geluid. Adem in. Adem uit. Jeuk. Oordeel. Adem in. Jeuk. Adem uit. Zitten. Erge jeuk. Adem in. JEUK. Intentie. Krabben. Heen. Weer. Krachtig Krampachtig krabben. Opluchting. Adem in. Adem uit. Opluchting. Zitten. Adem in. Pijn. Gedachte. Schurende pijn. Adem uit. Spijt. Adem in. Adem uit.
Meditatie. Zowel rustig als oorverdovend. Wat een kabaal komt er uit die hersenpan. Wat gebeurt er een hoop in korte tijd en wat ga ik gewoonlijk onbewust door het leven. Gelukkig maar, want als ik ieder moment zo hyperbewust zou meemaken dan zou ik nergens anders aan toe komen.
“Verveel je je al?” Het derde bericht met precies dezelfde inhoud in nog geen uur. Van dezelfde afzender. Het lijkt me duidelijk wie zich hier aan het vervelen is, en ik ben het niet.
Ik doe een thuisretraite. Gewoonlijk ga ik ieder jaar een tijdje in afzondering maar dit jaar lukt het me niet om aan een georganiseerde retraite mee te doen. En dus besluit ik thuis de stilte op te zoeken. De komende vijf dagen slaap, eet en leef ik in mijn eigen bubble. Ik pak het gedegen aan. Opstaan om half vier ’s ochtends. Geen eten na 12 uur ’s middags. Geen werk, geen boeken, niet schrijven, geen sport, geen snoep. Geen seks. Geen drugs. Geen rock en geen roll.
En geen contact met de buitenwereld, afgezien van een uurtje per dag. Dan zet ik mijn eenvoudige nokia aan en kunnen mensen me bereiken als het ECHT ECHT moet. Ik heb me voorgenomen zelf geen contact met de buitenwereld te zoeken.
Dit is de middag van dag 2. Alleen maar meditatie. Eerst mijn aandacht scherpen en dan vooral “zijn met wat er is”. Zoete concentratie groeit merkbaar in kracht, vloeit als nectar waardoor alles gemakkelijker wordt. Simpel. Zijn, zonder te hoeven. Zonder iets te hoeven doen.
Af en toe overmant de concentratie me. Word ik meegenomen in het genot van het zijn met een enkele, intern gerichte focus. Niets overbodigs, niets extra’s. Maar dat zijn uitzonderingen. Ik ben hier niet om mezelf te vermaken. Ik wil mezelf zo diep mogelijk doorgronden, leren waar ik mijn eigen vrijheid belemmer. Hoe ik mijn eigen realiteit construeer. Leren herkennen waar ik onbewust vasthou aan de koordjes van mijn ego, en waarom.
Adem in. Adem uit. Irritatie. Gedachte. Boosheid. Adem in. Boosheid. Gedachte. Adem uit. Irritatie. Groeiende boosheid. Adem in. Gedachte. Adem uit. Boos. Boos. Boos. Boos. Boos. GRRR. Verdriet. Gedachte. Adem uit. Explosie van gedachten. Zucht.
“Verveeeeeeeel je je al?” Mijn vrienden maken er een sport van om “met me mee te leven”. De eerste berichten kwamen van Eric. Nu is Julia aan boord gesprongen. Ik glimlach omdat ik snap dat ze me niet snappen, en omdat ze me op een ander niveau juist misschien wel beter begrijpen dan ik mezelf soms. Ik stel me ze voor, op deze dinsdagmiddag samen in de kroeg zompige bierviltjes uit elkaar zitten te pulken.
“Tja, die Merijn he, zit-ie dan, alleen thuis, achter de gerania.” Eric doet zijn best om grammaticaal perfectueus te spreken. “Ja, luie zak is het. Terwijl wij zitten te ploeteren om scripties af te maken en de huur te betalen, koekwaust hij hem ervantussen.” Julia was nooit de subtielste. “En wat vindt hij uberhaupt in dat genavelstaar?!”
“Pluisjes,” zegt Eric, zonder op of om te kijken. Julia glimlacht en gooit een zompig viltje in zijn halfvolle bierglas.
Tijd om de nokia uit te zetten. Anders kom ik straks nog in de verleiding om te reageren. Voor ik het weet zit ik dan zelf weer zompige viltjes uit elkaar te pulken. Nee, uit die foon. Kom op Merijn, nog drie uurtjes en dan mag je een dharma talk. Uurtje zitten, uurtje lopen, uurtje zitten. Zo voorbij…
Mooi geschreven!