Er zijn veel redenen waarom mensen worden aangetrokken tot mindfulness meditatie. Oorspronkelijk zijn de verschillende mindfulness technieken volgens de overlevering ontwikkeld om te leren “ontwaken“, verlichting te bereiken of bevrijd te worden. In de moderne tijd komen de meeste Westerlingen met mindfulness meditatie in aanraking als een manier om ze te helpen ontspannen. Om werkstress te verminderen. Om een psychologisch mankement te verzachten. Of om chronische pijn te helpen verlichten.
Hierin zit een merkwaardig contrast. In traditionele samenlevingen is mindfulness meditatie een manier om “het hogere” op te zoeken, kennis over de “ware aard” van de realiteit te vergaren en om ongewone bewustzijnsstaten te bereiken. De onderliggende aanname is om de geest te beschouwen als terra incognita, land dat nog verkend kan worden. De Oosterse beoefenaar is dan ook vaker een soort ontdekkingsreiziger van zijn eigen geest en wordt cultureel met veel respect bejegend.
In het Westen is meditatie een manier om gezond te worden of te blijven. Vaak doen mensen aan mindfulness meditatie zolang de symptomen van wat ze dwarszit bij tijd en wijle (nog) overweldigend lijken. Daarna wordt de geregelde beoefening van meditatie vaak weer losgelaten. Het wordt gebruikt als een plug-and-play gereedschap.
Dat toont vooral ook de elegante kracht van mindfulness meditatie. Een gereedschap dat zo eenvoudig is dat de essentialia in vijf minuten te leren zijn, maar dat tegelijkertijd een leven van ontdekking en gezondheid kan ontsluiten. Overigens denk ik niet dat meditatiebeoefening tot gezondheid beperkt zal blijven. De grootschalige en serieuze adoptie van mindfulnesstechnieken in het Westen is nog erg jong. Dat het totnutoe nog vooral functioneel ondersteunend is ingezet is begrijpelijk.
Ik meen in de steeds meer verbonden wereld van nu echter twee trends te kunnen ontwaren die mogelijk kunnen leiden tot een uitgebreidere rol van meditatieve technieken in de maatschappijen van het Westen. Ten eerste worden we onder invloed van steeds rijkere en meer geavanceerde techniek ons steeds meer bewust van onze handelingen en van de waarde van onze tijd. De recente quantified self trend – waarbij mensen gebruik maken van technologie om een hele reeks van gegevens over het persoonlijke gedrag bij te houden – is slechts een onderdeel van de ontwikkeling waarin mensen hun leven steeds meer customizen. We ontwerpen onze eigen t-shirts, websites, hebben persoonlijke ringtones, bepalen zelf met wie we wanneer interacteren, van wie we dingen aannemen, waar we naar kijken. We zijn steeds meer gewend om zelf te bepalen wat we accepteren van het leven. We moeten wel; er zijn zoveel keuzes te maken dat we het risico lopen te verzuipen zonder houvast aan een innerlijk besef van wie we zijn. Meditatie kan in dat ontdekkingsproces een rol spelen. Het zou mij niets verbazen als meditatie als een gereedschap om de eigen werkelijkheid te verkennen over tien jaar (in 2023) een volstrekt ingeburgerd begrip zou zijn onder jonge mensen.
De tweede trend die ik zie is een langzaam aan kracht winnende tegenbeweging tegen de altijd-online cultuur waarin ontwikkelingen elkaar steeds sneller opvolgen. Ook in deze beweging past meditatie als een vaccin tegen het lawaai van het moderne leven. Ik zie meditatieve retraites, stilteweekenden en stedelijke meditatiecentra als de “nieuwe” (mini-) sabatticals die het “nieuwe normale” digitale leven perfect kunnen complementeren.